Jan Lauwers, het droevige dorpsfeest
Philippe Lançon - Libération (11 juli 2013)

De Belg [Jan Lauwers] presenteert een carnavalesk stuk dat herhaaldelijk door het noodlot getroffen personages met humor ten tonele voert. Een Cubaans gezegde luidt: ‘Klein dorp, grote hel’. Dat gezegde moet ook in België bestaan. Het gezelschap van Jan Lauwers brengt het gedurende twee uur en vijftien minuten zinderend tot leven op het podium van het Cloître des Carmes. Jan Lauwers is geboren in Antwerpen, de stad van Rubens. Op een dag sneed een gek het portret open van Hélène Fourment, de jonge vrouw van de schilder, zoals men het gezicht van een prostituee met vitriool bewerkt. In 2004 voerde Lauwers in Avignon de gedenkwaardige voorstelling ‘De kamer van Isabella’ op. Hij drijft het geweld, de lelijkheid, het komische bijna op de spits, waardoor het alleen óf een succes, óf een mislukking kan worden. Marktplaats 76 is geen mislukking. Het is het verhaal van een dorp en van zijn drama’s, misdaden, inwoners, liefdes en doden. Een vrolijke danse macabre onder de ostentatief aanwezige spots, die voornamelijk oranje kleuren, zoals de truitjes van de Nederlandse voetbalploeg. Er zijn bezems, dweilen, slecht afgestelde microfoons, een reddingssloep met afgrijselijke opgeblazen speelgoeddieren, het levende skelet van een dode dat hangt te bengelen en protesteert, liedjes die zowel even vals als eerlijk zijn, zoals de diepste klaagzang. Dit is tegelijkertijd een muzikale komedie, een tv-sketch, een realityshow, een variétéstuk, een aflevering van het programma Strip-Tease, een snuffmovie, een tekenfilm, de kermis Foire du Trône, een film van Ken Russell of van het Dogma-verbond. De mayonaise pakt en schift niet meer. Wanneer Lauwers niet zit en elektrische gitaar speelt, licht hij op de scène het verhaal, de personages en de gevoelens toe – net zoals in de comics van Gotlib, waarin de auteur met absurde tussenkomsten afstand neemt van alles wat hij aanraakt: afstand nemen door iets belachelijk te maken. De olie van de mayonaise komt recht uit de keuken van de Belgische surrealisten: de blik van de arend en niet van het everzwijn, het natuurlijke van de handelingen, grappen of beledigingen die van slechte smaak – het onweerlegbare bewijs van het bestaan van de anderen – een revolutionaire delicatesse maakt. In vier seizoenen wordt alles getoond zoals in een spooktrein: ongeluk, zelfmoord, moord, verkrachting, incest, opsluiting, ellende, lynchpartij, verdriet, prostitutie, lijken, geboorte. Alles is grappig. Alice Cooper De voorstelling begint met een waardeloze herdenking. Het drama dat zich een jaar eerder heeft afgespeeld, wordt herdacht. Door de explosie van een gasfles van de slager vielen er vierentwintig doden, van wie zeven kinderen, onder andere het zijne. Sindsdien is zijn vrouw verlamd. Zij komt en gaat in een rolstoel. Een zonderling in feloranje outfit met de allures van Alice Cooper, bijgenaamd de Schele, zal haar banden kapot steken. Ze wil neuken, ze wil dood. Haar man zal haar met een kussen verstikken. Maar nu leeft ze nog. Alfred, de loodgieter, is de perverse zuiplap van het dorp. De man die je tegen het einde van het bal liever ontloopt. Hij doet je walgen. De herdenking vindt plaats aan de 400 jaar oude fontein die droog staat. Ze werd fontein der liefde genoemd, maar binnenkort zal er bloed vloeien. Zoals zoveel andere dorpen is ook dit dorp een narrenschip. Tijdens de feestelijkheden verdwijnt Pauline, de dochter van de bakker. Alfred heeft haar opgesloten in de catacomben onder de fontein. Pas 76 dagen later zien we haar terug. Sperma Beneden kleedt hij haar uit, draait haar om, doet dingen met haar, brengt haar aan het janken. We zien Alfred naakt en behaard van het voortoneel achter de coulissen verdwijnen waar een scherm ons toont wat hij met Pauline doet. Daarnaast, op de scène, schreeuwt de moeder van Pauline en laat ze de marionet van Oscar praten, haar andere kind dat even voordien door het raam is gesprongen. Oscar heeft zich voor Pauline afgetrokken, het sperma spatte in het rond, daarna pleegde hij zelfmoord. Zijn marionet geeft zijn zus raad met betrekking tot haar beul: ‘Hij is een strontvlieg! Verpletter hem! Zoek de sleutels! Vlucht, nu!’ De marionet is haar geweten, haar geweld, haar vrijheid. Ze doet meer dan alleen de beelden verdraagbaar maken; wat obsceen is, wordt schokkend. Wanneer Pauline erin slaagt zich te bevrijden, heeft haar moeder zich van een brug gegooid. We bevinden ons bij Natascha Kampusch, bij Dutroux, in een sprookje zonder Tinkerbel. Maar dit is ook een komedie met nog wel tien andere wendingen, dit is de sitcom van de hel. Met onder meer de moord op Alfred en de dorpelingen die gedurende 76 dagen zijn Koreaanse vrouw opsluiten om haar te bestraffen voor haar medeplichtigheid. Niettemin kan iedereen haar op elk moment bevrijden wanneer hij of zij vindt dat de straf lang genoeg heeft geduurd. Doordat de collectieve verantwoordelijkheid over iedereen wordt verspreid, ontregelt het dorp nog wat meer. Wie is er in staat recht te spreken? Wie wil zich persoonlijk verantwoordelijk voelen om de rechtspraak te aanvaarden of op te leggen? Het eindigt met de geboorte van het kind van de weduwe van Alfred. De vader is om het even welke dorpeling, aangezien ze hoer is geworden. De pasgeborene is een opblaaspop van 2 meter hoog. De steeds talrijkere doden komen terug om te praten, te protesteren, zich vrolijk te maken. Ze zijn interactief, zoals tv-kijkers bij sommige uitzendingen, zoals Schotse spoken. Ze zouden kunnen zeggen: ‘Mensenbroeders die ons overleven, wees niet hardvochtig voor ons’. Maar in tegenstelling tot de doden bij Villon excuseren ze zich niet. Wat we op scène zien, is de exacte uitbeelding naar geest en stijl van het prachtige gedicht van Queneau, les Vivants et les Morts: ‘Les vivants et les morts ont de grandes oreilles / Les vivants et les morts entendent l’eau qui dort / Les vivants et les morts ont des voix sans pareilles / Les vivants et les morts sont des êtres sonores / Les vivants et les morts prennent de la bouteille / Les vivants et les morts ne sont pas inodores / Les vivants et les morts l’un et l’autre se surveillent / Les vivants et les morts changent de passeports.’

Needcompany
Performers weNEEDmoreCOMPANY Invisible Time Contact
 
producties
Jan Lauwers Grace Ellen Barkey Maarten Seghers performing arts beeldende kunst Film
 
speeldata
Kalender
 
Publicaties
Boeken Muziek Film
 
Nieuwsbrief
Aanmelden Archief
NEEDCOMPANY  |  info@needcompany.org  |  Privacy  |  Pro area
Deze website gebruikt cookies. Door verder te gaan op de site ga je akkoord met onze cookie policy.